Persbericht: Samenwerking en eenvoudigere procedures kunnen laattijdige EPB-aangiftes voorkomen

Inleiding

In de nasleep van recente berichtgeving over hoge boetes bij het laattijdig indienen van EPB-dossiers, krijgt OVED vzw – de federatie van energiedeskundigen – tal van vragen vanuit de media en het Vlaams Parlement.

Volgens de sector zijn die dossiers niet enkel het gevolg van onwetendheid of nalatigheid door de aangifteplichtige, maar ook van onduidelijke verantwoordelijkheden, complexe procedures en gebrekkige communicatie tijdens het bouwproces. OVED vraagt daarom zowel aanpassingen aan de regelgeving als meer bewustzijn bij bouwheren en bouwprofessionelen.

Hieronder kan je het volledige persbericht lezen.

Onvoldoende duidelijkheid: wie is verantwoordelijk?

Vandaag moet de bouwheer/aangifteplichtige de EPB-aangifte tijdig laten indienen. De EPB-verslaggever is verantwoordelijk voor een correcte en waarheidsgetrouwe rapportering, maar niet voor de indiening zelf. OVED merkt dat veel problemen ontstaan omdat:

• architecten en notarissen eigenaars soms onvoldoende informeren en niet tijdig doorverwijzen,
• verslaggevers daardoor pas laat in het proces worden betrokken,
• wijzigingen tijdens de werken onvoldoende worden teruggekoppeld.

💡 Tip van OVED: “Schakel een EPB-verslaggever in vanaf de start en spreek duidelijke verantwoordelijkheden af.”

Ook andere bouwprofessionelen spelen een cruciale rol. Zij moeten EPB-conforme technische info aanleveren als bewijs. Dat gebeurt vandaag nog te weinig correct, waardoor dossiers vertraging oplopen of niet af geraken.

💡 Tip van OVED: “Vraag vooraf aan de EPB-verslaggever welke EPB-info op facturen moet staan. Dat voorkomt fouten, vertraging en boetes.”

Aanmaning komt laat, boete kan hoog oplopen

In de praktijk stuurt het VEKA pas 1 à 2 jaar na de uiterste indientermijn van 5 jaar een aanmaningsbrief voor een ontbrekende EPB-eindaangifte. Vanaf dat moment krijgt de bouwheer nog 8 weken om het dossier af te werken. Bij het uitblijven van een indiening volgt eerst een boete, waarna VEKA een nieuwe termijn geeft om de aangifte alsnog te laten indienen. Zonder gevolg komt daarbovenop een dagelijkse dwangsom, die zonder reactie snel kan oplopen.

Een correcte eindaangifte vraagt tijd en medewerking van verschillende bouwactoren. Wanneer een verslaggever te laat wordt ingeschakeld, kan die onmogelijk nog tijdig en volledig rapporteren en ook niet verantwoordelijk worden gesteld voor de laattijdige indiening.

💡 Tip van OVED: “Contacteer meteen je EPB-verslaggever na de aanmaning.”

Extra jaar en uitzonderingen bij overmacht

Het geplande verzameldecreet dat de indieningstermijn van 5 naar 6 jaar verlengt, biedt volgens OVED wel extra ademruimte in de toekomst, maar lost niets op bij overmacht. Denk aan faillissementen, materiaaltekorten, langdurige ziekte, een scheiding of financiële problemen. OVED vindt het positief dat minister Depraetere duidelijke uitzonderingscriteria en een transparante procedure wil uitwerken.

Staving blijft grootste probleem: tijd voor verplichting op factuur

Veel boetes hebben te maken met ontbrekende of ongeldige staving. Omdat de bouwheer niet weet wat hij moet verzamelen en de verslaggever geen contract heeft met aannemers, stelt OVED voor om:

• bouwactoren te verplichten EPB-info op facturen te zetten,
• stavingsregels te vereenvoudigen en te harmoniseren (o.a. aanvaarden van premieattesten voor EPB, Europese in plaats van Vlaamse normen…).

🗣️ OVED-voorzitster Petra Proesmans: “Het is onbegrijpelijk dat na bijna 20 jaar EPB-regelgeving nog steeds te weinig of foutieve info wordt aangeleverd. Dat moet anders!”

Verwarring EPB- en EPC-procedures kunnen leiden tot boetes

Het verbeteren van een EPC-label betekent nog niet dat je ineens aan alle EPB-eisen voor renovaties voldoet. Maar veel burgers kennen het verschil niet.

Zo kan iemand zijn woning van label F naar A verbeteren en toch een boete krijgen omdat de EPB-eisen niet werden gevolgd, zoals regels rond isolatie, ventilatie of technische installaties.

Bovendien kan een renovatie tijdens de werken onverwacht in een strengere categorie terechtkomen. Wie na een ‘gewone renovatie’ nog een extra gevel isoleert, kan plots als ‘ingrijpende energetische renovatie’ worden beschouwd en alsnog een hoge boete krijgen. OVED noemt dit contraproductief en vraagt dat de overheid deze regels en boetes aanpakt.

Conclusie: nood aan werkbaar en gedragen renovatiebeleid

🤝 OVED roept alle bouwactoren op om hun verantwoordelijkheden op te nemen en pleit voor heldere, haalbare procedures die de renovatiemarkt stimuleren in plaats van af te remmen. Torenhoge boetes zonder duidelijke communicatie dragen niet bij aan deze maatschappelijke doelstelling.

🗣️ “Alleen met duidelijke verantwoordelijkheden, eenvoudiger regels en haalbare termijnen kunnen we bouwheren stimuleren om energie-efficiënt te renoveren”, benadrukt OVED-voorzitster Petra Proesmans.”